Ga naar hoofdinhoud

Een gedeeltelijke transitievergoeding

Bij een gedeeltelijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst kan sprake zijn van een gedeeltelijke transitievergoeding. Dat heeft de Hoge Raad in september bepaald. In sommige gevallen althans. En wel naar rato van het gedeelte dat de werknemer de baan kwijtraakt.

Wat speelde er?

Een docente is sinds 2013 gedeeltelijk arbeidsongeschikt en ontvangt vanaf 2015 een WIA-uitkering voor het gedeelte dat zij ziek is (43,83%). De werkgever schrijft in februari 2016 aan de docente dat haar aanstelling per 29 februari 2016 wordt beëindigd en dat zij per 1 maart 2016 wordt aangesteld voor 43% minder uren. De docente vraagt vervolgens aan de kantonrechter om werkgever te veroordelen een (gedeeltelijke) transitievergoeding te betalen.

Oordeel kantonrechter en hof

De kantonrechter kent een gedeeltelijke transitievergoeding toe aan de docente. Het gerechtshof oordeelt in hoger beroep echter dat géén recht bestaat op een gedeeltelijke transitievergoeding. Het hof overweegt hierbij dat de wet uitsluitend transitievergoedingen toekent aan werknemers waarvan de arbeidsovereenkomst ófwel wordt opgezegd, óf door de rechter ontbonden op verzoek van de werkgever óf niet wordt voortgezet op initiatief van de werkgever. Nu daarvan geen sprake was heeft de docente geen recht op een (gedeeltelijke) transitievergoeding, aldus het hof.

Oordeel Hoge Raad

De werkneemster gaat tegen dit oordeel van het hof in cassatie bij de Hoge Raad en krijgt toch gelijk. De Hoge Raad is het eens met het hof dat deze casus niet werkelijk een ontslag betreft. In de wet staat niet dat bij een vermindering van de arbeidsduur ook recht bestaat op een gedeeltelijke transitievergoeding. Desalniettemin moet, aldus de Hoge Raad, bij een substantiële en structurele vermindering van de arbeidstijd recht kunnen bestaan op een gedeeltelijke transitievergoeding. De Hoge Raad noemt hierbij specifiek de gevallen van (1) het noodzakelijkerwijs gedeeltelijk vervallen van arbeidsplaatsen wegens bedrijfseconomische omstandigheden en (2) blijvende gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid van de werknemer. De Hoge Raad voegt hier nog aan toe dat het bij substantiële vermindering van de arbeidstijd gaat om vermindering van de arbeidstijd met ten minste 20% en bij een structurele vermindering van de arbeidstijd om een vermindering van de arbeidstijd die naar redelijke verwachting blijvend zal zijn.

Arbeidsrechtelijke vragen?

Heeft u als werkgever of werknemer vragen over arbeidsrecht waarmee mr. Diederik Snelder, mr. Jan van Gool of mr. Jurgen Hooymayers u kan helpen? Bel 076-5335435 of mail naar snelder@markadvocaten.nl, vangool@markadvocaten.nl of hooymayers@markadvocaten.nl.

 

Back To Top