Ga naar hoofdinhoud

Quarantaine is (nog) niet altijd ziek

Tijdens de Coronapandemie geeft het RIVM gevraagd en ongevraagd advies wanneer mensen moeten thuisblijven in verband met het besmettingsrisico. Dit leidt niet alleen tot allerlei praktische problemen op de werkvloer maar ook tot juridische perikelen. Er komen hierover steeds meer uitspraken in bodemprocedures beschikbaar. Een voorbeeld hiervan is de zaak die leidde tot een recente uitspraak van de kantonrechter Den Haag van 9 november jl., over een loongeschil.

Ziek of niet ziek?

In deze zaak volgde een werknemer het RIVM-advies in maart 2020 op door thuis te blijven omdat hij last had van neusverkoudheid. De werknemer werkte als baliemedewerker bij een groothandel en zijn werkzaamheden leenden zich niet voor thuiswerken. De werknemer was naar eigen zeggen niet ziek. Normaliter zou een neusverkoudheid ook niet zo snel een reden zijn voor een ziekmelding. Echter, doordat de werknemer zich (ondanks herhaald verzoek van de werkgever) niet ziek (wilde) melden, ontbrak het werkgever aan de mogelijkheid om controle uit te voeren op de absentie via het inschakelen van de bedrijfsarts.

Uiteindelijk toch ziek

De werkgever heeft na ruim drie weken afwezigheid laten weten dat de werknemer gewoon moest komen werken (zonder met anderen in aanraking te komen) of vrij moest nemen, dan wel zich ziek moest melden. Zo niet, dan zou werknemer gekort worden op het salaris. Omdat werknemer hierop niet reageerde heeft de werkgever het salaris vanaf de eerder genoemde aanzegging stopgezet. Werknemer meldde zich enkel weken later alsnog ziek en claimde loonbetaling. Er ontstond een geschil en de werknemer stapte uiteindelijk naar de rechter.

Het oordeel

De rechter heeft geoordeeld dat van de werknemer verwacht had mogen worden dat hij, bij de voortdurende neusverkoudheid, op een gegeven moment op verzoek van de werkgever toch een ziekmelding had gedaan, zodat de bedrijfsarts ingeschakeld had kunnen worden. Omdat de werknemer zich pas enkele weken later na het herhaalde verzoek had ziekgemeld, was de werkgever dan ook gerechtigd om het salaris vanaf haar bovengenoemde aankondiging tot de ziekmelding te korten. De kantonrechter achtte een korting van de helft van het maandsalaris op zijn plaats.

De kantonrechter rekent het de werknemer aan dat hij blind is geweest voor het verzoek van de werkgever om de ziekmelding te doen, zodat de bedrijfsarts ingeschakeld kon worden om een objectief oordeel te geven over de (on)mogelijkheid om de arbeid te verrichten. Feitelijk is de kantonrechter van oordeel dat er in tijden van de Coronapandemie niet alleen goed werkgeverschap maar ook goed werknemerschap wordt verwacht. In ieder geval zal deze werknemer “goed ziek” zijn geweest van deze uitspraak.

Hebt u meer vragen over hoe om te gaan met werknemers in quarantaine? Neem dan contact op met Jan van Gool en Diederik Snelder, de arbeidsrechtspecialisten van MARK Advocaten.

 

Back To Top