Ga naar hoofdinhoud

Schadevergoeding in het strafrecht bij letsel- of overlijdensschade: de vordering benadeelde partij

Als iemand verdacht wordt van het plegen van een strafbaar feit, dan wordt de verdachte dikwijls vervolgd door het Openbaar Ministerie en volgt er een strafprocedure tegen de verdachte. De slachtoffers van dit strafbare feit kunnen hun schade verhalen op de verdachte. Hierbij kun je denken aan slachtoffers van mishandeling, zedenmisdrijf, nabestaanden van een moord etc. Een slachtoffer of nabestaande kan de schade binnen de strafprocedure verhalen op de verdachte door het indienen van een ‘vordering benadeelde partij’. Dit is een civiele vordering tot schadevergoeding binnen de strafprocedure. Hiervoor hoef je als slachtoffer of nabestaande dus niet per sé een aparte civiele procedure tegen de verdachte te beginnen. Dit heeft bepaalde voordelen ten opzichte van het starten van een aparte civiele procedure bij de burgerlijke rechter.

Wanneer kan een slachtoffer een vordering benadeelde partij indienen?

Volgens de wet moet er sprake zijn van rechtstreekse schade. Hiervan is bijvoorbeeld sprake als je als slachtoffer van een mishandeling voor je verwondingen wordt opgenomen in het ziekenhuis, vervolgens fysiotherapiebehandelingen nodig hebt, medicatie moet slikken etc. Als deze kosten niet of slechts gedeeltelijk vergoed worden door de zorgverzekeraar, dan kun je deze verhalen op de verdachte. De schade is namelijk een direct gevolg van de mishandeling.

Een andere voorwaarde is dat de vordering benadeelde partij geen onevenredige belasting voor het strafgeding mag opleveren. Dit houdt in dat de vordering niet te ingewikkeld mag zijn. De strafrechter is namelijk niet gespecialiseerd in het beoordelen van complexe civielrechtelijke schadevergoedingsverzoeken en de vordering benadeelde partij  mag niet te veel druk op het strafproces leggen waardoor dit vertraging kan oplopen.

Als de strafrechter van mening is dat de vordering toch te ingewikkeld is, dan wordt de vordering geheel of gedeeltelijk niet-ontvankelijk verklaard. Dit houdt in dat de strafrechter je zal doorverwijzen naar de burgerlijke rechter en niet zelf de vordering inhoudelijk zal behandelen. Met de veroordeling van de verdachte op zak, kun je hier dan alle schade uitgebreid vorderen.

Welke schade kan gevorderd worden?

Een slachtoffer kan verschillende soorten schade vorderen. Je kunt hierbij denken aan de volgende schadeposten:

Materiële schade

 Materiële schade is alle schade die je lijdt door het misdrijf. Materiële schade is direct in geld uit te drukken. Je kunt hierbij onder meer denken aan de volgende schadeposten:

  • Kledingschade
  • Eigen risico zorgverzekeringswet
  • Eigen bijdragen medische behandelingen
  • Kosten voor medicatie
  • Reiskosten
  • Kosten voor hulp in het huishouden
  • Ziekenhuis- of revalidatiedaggeldvergoeding (voor de periode dat je in het ziekenhuis of revalidatiekliniek hebt gelegen)
  • Begrafeniskosten (in geval van overlijden)

Immateriële schade

Smartengeld

Naast de materiele schadevergoeding kan er ook een immateriële schadevergoeding worden gevorderd. Immateriële schade is alle psychische en emotionele schade door pijn, verdriet of verminderde levensvreugde als gevolg van het strafbare feit. De vergoeding van immateriële schade voor slachtoffers heet smartengeld.

Shockschade

Shockschade is schade die ontstaat door psychisch letsel ten gevolge van de waarneming van, of de confrontatie met de ernstige gevolgen van een ongeval dat iemand anders is overkomen waarbij diegene is komen te overlijden of zeer ernstig gewond is geraakt. Een traumatische gebeurtenis – je kunt hierbij denken aan een moeder die ziet dat haar kind wordt overreden in het verkeer.

Affectieschade

Sinds 1 januari 2019 kunnen nabestaanden en naasten van slachtoffers met ernstig en blijvend letsel ook vergoeding van affectieschade vorderen. Affectieschade is een vorm van smartengeld voor naasten. De schadevergoeding ziet op het leed dat de naasten of nabestaanden ondervinden als iemand waarmee ze een affectieve relatie hebben ernstig gewond raakt of overlijdt.

Schadevergoedingsmaatregel

Als de vordering door de rechter wordt toegewezen, dan zal ook meestal de schadevergoedingsmaatregel worden opgelegd. Dit houdt in dat de Staat de toegewezen schadevergoeding bij de verdachte gaat proberen te innen. Het slachtoffer hoeft dus niet zelf bij de verdachte aan te kloppen voor de schadevergoeding. Als de verdachte na acht maanden nog niets heeft betaald, zal de Staat de schadevergoeding voorschieten. De verdachte heeft dan een schuld bij de Staat. Het voorschot bedraagt maximaal € 5.000,–. Als er sprake is van een gewelds- of zedenmisdrijf, dan is er geen maximum en krijgt het slachtoffer het volledige bedrag uitgekeerd.

Beslissingen van de rechter op de vordering benadeelde partij

De rechter kan op verschillende manieren oordelen op de vordering benadeelde partij:

  • De rechter kan de vordering geheel of gedeeltelijk toewijzen, met (meestal) de oplegging van de schadevergoedingsmaatregel
  • De vordering wordt geheel of gedeeltelijk niet-ontvankelijk verklaren, bijvoorbeeld als de rechter vindt dat de vordering een onevenredige belasting van de strafzaak oplevert. Het slachtoffer of de nabestaande kan de schade dan alsnog bij de burgerlijke rechter vorderen
  • De vordering wordt geheel of gedeeltelijk afgewezen.

Voor- en nadelen

Het indienen van de vordering benadeelde partij heeft dus zeker voordelen ten opzichte van het voeren van een civiele procedure. Het is namelijk een relatief eenvoudige procedure, de kosten zijn overzichtelijk, je hoeft als slachtoffer of nabestaande niet zelf de schadevergoeding te innen en als er na acht maanden nog niet is betaald door de dader wordt (een deel) van de schade als voorschot door de Staat betaald.

Een nadeel is echter dat de vordering niet te ingewikkeld mag zijn en dus niet alle schade gevorderd kan worden, althans deze niet snel zal worden toegewezen. Dus in bepaalde gevallen zal niet alle schade via deze strafprocedure verhaald kunnen worden.

Wij adviseren dan ook in veel gevallen om eerst de vordering in de strafprocedure in te dienen. Hiermee kun je in veel gevallen voorkomen dat je met lege handen komt te staan, omdat de dader de spreekwoordelijke kale kip is waarvan je niet kunt plukken. Daarna kan er altijd nog een civiele procedure gestart worden of in bepaalde gevallen een beroep op het Schadefonds Geweldsmisdrijven worden gedaan.

Overige juridische bijstand voor slachtoffers of nabestaanden in de strafprocedure

Naast het indienen van de vordering tot schadevergoeding, heb je als slachtoffer of nabestaande nog meerdere rechten in de strafprocedure. Je kunt de strafzaak bijwonen en de vordering toelichten. Bij ernstigere misdrijven hebben slachtoffers en nabestaanden ook spreekrecht, wat inhoudt dat je tijdens de zitting een verklaring mag afleggen waarin je mag aangeven wat de impact van het strafbaar feit is, wat het met je gedaan heeft en wat de (definitieve) gevolgen ervan zijn.

Tijdens de gehele procedure is het belangrijk dat je goede juridische bijstand hebt, zodat je je kunt richten op je eigen herstel of verwerken van emoties. Onze letselschadeadvocaat Katrien Boerjan heeft ruime ervaring in het bijstaan van slachtoffers en nabestaanden en probeert zo veel mogelijk bepaalde zorgen en stress die een (straf)procedure met zich meebrengt te ontnemen. Ook in het traject voorafgaand de strafprocedure kan zij slachtoffers en nabestaanden bijstaan, waaronder in het contact met de politie en het Openbaar Ministerie. Neem gerust vrijblijvend contact met haar op als je hierover een vraag hebt of een andere vraag over letselschade. Zij neemt er graag de tijd voor om u verder te helpen.

Back To Top