De Wet DBA na 1 januari 2025

De aangekondigde handhaving van de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA) per 1 januari 2025 heeft de gemoederen in de laatste maanden van 2024 goed bezig gehouden. Op 4 september jl. en op 28 november jl. hebben Mark van Loo en Jan van Gool hier reeds enkele artikelen over geschreven. Op de valreep van het nieuwe jaar had de Belastingdienst, althans de staatsecretaris van Financiën, een verrassing in petto.

Geen boetes in 2025 bij handhaven Wet DBA

Op 18 december 2024 heeft de staatssecretaris de Tweede Kamer medegedeeld dat de Belastingdienst in 2025 nog geen boetes gaat opleggen aan werkgevers die met schijnzelfstandigen werken. Volgens het Handhavingsplan Arbeidsrelaties Tranche 2025 wordt er invulling gegeven aan de toezegging van het kabinet om te zorgen voor een zachte landing. Belangrijkste opmerking in het Handhavingsplan is dat toegezegd wordt dat er over 2025 geen vergrijpboetes worden opgelegd aan partijen die aantoonbaar actief aan de slag zijn met de juiste kwalificatie van de arbeidsrelatie. Dit geldt zowel voor de opdrachtgever als de opdrachtnemer. Lopende modelovereenkomsten die zijn goedgekeurd, worden geëerbiedigd. Er zullen geen nieuwe modelovereenkomsten of verlengingen worden behandeld.

Controle en handhaving

De mededeling dat er (behoudens bij grove overtredingen en schrijnende omstandigheden) geen vergrijp- of verzuimboetes worden opgelegd betekent niet dat er geen controle zal plaatsvinden. De Belastingdienst gaat (met name bij risicogroepen, zoals sectoren waar gewerkt wordt met arbeidsmigranten of waar het moeilijk is om zelfstandigheid vast te stellen) controleren, waarbij zo nodig bedrijfsbezoeken worden afgelegd en waarschuwingen worden opgelegd. Ook wordt het voor opdrachtgevers mogelijk om te verzoeken om vooroverleg met de Belastingdienst, indien zij twijfelen over de kwalificatie.

Ondanks het voor wat betreft het opleggen van boetes, blijft voor de Belastingdienst mogelijk om eventueel naheffingsaanslagen loonbelasting op te leggen wegens schijnzelfstandigheid, oor zover dit betrekking heeft op de periode van na 1 januari 2025.

Uitstel betekent geen afstel

Hoewel met het voorlopig afblazen van de dreiging van verzuim- en vergrijpboetes wellicht de druk enigszins van de ketel is, zullen opdrachtgevers en opdrachtnemers toch verder met elkaar in gesprek dienen te gaan over de vraag in hoeverre er geen sprake is van schijnzelfstandigheid in de arbeidsrelatie en of de wijze waarop er met elkaar gewerkt wordt strookt met hetgeen in de modelovereenkomst is afgesproken. Immers, uitstel betekent geen afstel.

Ongetwijfeld zal dit onderwerp verder inde loop van dit jaar weer aan de orde komen. Wij houden u op de hoogte van de ontwikkelingen.

Wenst u over het bovenstaande nader geïnformeerd te worden, neem dan contact op met Mark van Loo, Jan van Gool, Lieke van den Eijnden, Diederik Snelder of Christel van den Reek.