Een callcentermedewerker die van zijn werkgever iedere werkdag tien minuten van zijn eigen tijd moest…
Actualisatie van de Overeenkomst van Opdracht: Toelichting Beoordeling arbeidsrelaties Beslis- en afwegingskader per 1 november 2024
De discussie over de overeenkomst van opdracht – waarover Jan van Gool op 4 september jl. al ( De overeenkomst van opdracht blijft de gemoederen bezighouden – Mark Advocaten ) een artikel heeft geschreven – is opnieuw aangezwengeld door recente ontwikkelingen per 1 november 2024.
De Belastingdienst heeft op 1 november 2024 een Toelichting Beoordeling arbeidsrelaties Beslis- en afwegingskader geïntroduceerd, samen met een webmodule voor de beoordeling van arbeidsrelaties. Deze ontwikkelingen hebben als doel om opdrachtgevers en opdrachtnemers meer duidelijkheid te bieden over de vraag of er sprake is van een overeenkomst van opdracht of een dienstbetrekking. Toch blijft deze kwestie complex. Het afwegingskader bestaat uit twee fasen: de uitlegfase en de kwalificatiefase.
De Uitlegfase
De uitlegfase bepaalt welke afspraken tussen partijen juridisch relevant zijn. Hierbij worden:
- De geschreven afspraken tussen partijen beoordeeld.
- De feitelijke uitvoering van de werkzaamheden in beschouwing genomen, waarbij wordt gekeken of deze overeenkomen met de gemaakte afspraken.
Indien de uitvoering en afspraken niet overeenkomen, zal de feitelijke uitvoering leidend zijn. Dit betekent dat wat er daadwerkelijk gebeurt in de werkrelatie belangrijker wordt beoordeeld, dan wat er contractueel is vastgelegd
De Kwalificatiefase: 9 Gezichtspunten
Na de uitlegfase volgt de kwalificatiefase. Hierin worden de afspraken en feitelijke uitvoering beoordeeld aan de hand van 9 gezichtspunten, welke zijn gebaseerd op het juridisch kader van arbeidsovereenkomsten en recente jurisprudentie. Waaronder het Deliveroo-arrest. Deze gezichtspunten zijn:
- Aard van de werkzaamheden: Hoe specifiek en langdurig zijn de werkzaamheden binnen de organisatie?
- Inbedding in de organisatie: Hoe afhankelijk is de opdrachtnemer van de opdrachtgever qua structuur en werkmethoden?
- Werkgeversgezag: Heeft de opdrachtgever zeggenschap over hoe, wanneer en waar het werk wordt uitgevoerd?
- Verplichting tot persoonlijke arbeid: Is de opdrachtnemer verplicht om het werk zelf uit te voeren, of kan hij een ander inschakelen?
- Beloning: Hoe wordt de beloning bepaald? Is deze afhankelijk van gewerkte uren, vaste afspraken, of een andere systematiek?
- Commercieel risico: Draagt de opdrachtnemer eigen financiële risico’s bij het uitvoeren van de opdracht?
- Manier van afspraken: Hoe zijn de voorwaarden en afspraken tot stand gekomen?
- Gedrag als ondernemer: Gedraagt de opdrachtnemer zich als zelfstandige, bijvoorbeeld door marketing of werving van andere klanten?
- Gebruik van materialen en middelen: Wie faciliteert de benodigdheden voor de werkzaamheden?
De Belastingdienst benadrukt echter wel, dat geen enkel gezichtspunt op zichzelf doorslaggevend is. Het gaat namelijk steeds om een integrale beoordeling van alle relevante factoren
Belang van Feiten en Omstandigheden
De nieuwe richtlijnen vragen om een gedetailleerde analyse van arbeidsrelaties. In sectoren zoals de zorg, cultuur, en logistiek, waar hybride vormen van werk veel voorkomen, kan dit leiden tot complexere beoordelingen. De webmodule biedt weliswaar een eerste indicatie, maar geeft geen juridische zekerheid
Conclusie
Voor ondernemers die samenwerken met zelfstandigen zonder personeel (ZZP’ers) biedt het afwegingskader een cruciale leidraad om arbeidsrelaties juist te kwalificeren. Door de nadruk op de 9 gezichtspunten kunnen opdrachtgevers bewuster omgaan met de inrichting van deze samenwerking en mogelijke risico’s van schijnzelfstandigheid beperken. Dit is met name belangrijk nu het handhavingsmoratorium vanaf 2025 wordt opgeheven en de Belastingdienst strenger zal controleren.
Het is raadzaam voor ondernemers om dit afwegingskader grondig te bestuderen en bij twijfel juridisch advies in te winnen. Als u meer over dit onderwerp wil weten, neem dan contact op met Mark van Loo, Jan van Gool, Lieke van den Eijnden, Diederik Snelder of Christel van den Reek.
Het correct toepassen van de regels kan niet alleen boetes voorkomen, maar ook bijdragen aan een stabiele en juridisch verantwoorde samenwerking met ZZP’ers. Lees het volledige afwegingskader op de site van de Belastingdienst.